Laatst bewerkt op: 09 sep 2024
De zon (Latijn: Sol, Grieks: Helios) is met zo’n 150 miljoen kilometer afstand onze dichtstbijzijnde ster. De zon is het helderste object aan onze hemel en is de bron van vrijwel alle voelbare warmte op Aarde. De zon is goed voor zo’n 99% van de massa van het hele zonnestelsel en is met een diameter van 1.392.000 kilometer goed voor 109 aardbollen. De zon bestaat qua massa voor ongeveer 79% procent uit waterstof, 19% uit helium en 2% overige elementen (vooral zuurstof, koolstof, ijzer). Aan het oppervlak van de zon klimt de temperatuur op tot ongeveer 5500 graden; in de kern worden waarden 15 miljoen graden bereikt. Omdat de zon zo ver van ons verwijderd staat, doet het zonlicht er ongeveer 8 minuten over om de aarde te bereiken. De zon die wij zien, is dus 8 minuten oud!
Kernfusie
De zon is erg zwaar. Zo zwaar, dat de druk in het binnenste van de zon kan oplopen tot ongeveer 250 miljard atmosfeer (1 atmosfeer is de Aardse luchtdruk op zeeniveau). Dankzij deze druk, kan de temperatuur tevens extreme waarden bereken van wel 15 miljoen graden Celsius. Deze extreme omstandigheden zorgen ervoor dat in het binnenste van de zon, waterstofatomen in elkaar gedrukt kunnen worden tot heliumatomen. Eén heliumatoom is echter iets lichter dan de vier waterstofatomen waaruit het is opgebouwd. Het verschil in massa wordt omgezet in energie, die in de vorm van hitte ‘omhoog bubbelt’. Dit omhoog bubbelen kan vanwege de complexiteit van de zon wel honderdduizend jaar duren. Zodra de energie het zon oppervlak bereikt, kan deze binnen acht minuten in de vorm van straling onze Aarde bereiken.
Het proces waarin de waterstofatomen worden omgezet in helium, wordt kernfusie genoemd. Kernfusie wordt ook wel de motor van de zon genoemd, omdat de zon zonder kernfusie geen warmte af zou kunnen geven.
Het leven van de zon
‘Onze’ zon is een zogenaamde gele dwergster. Het is een op kosmische schaal relatief kleine, onopvallende ster die op een afstand van 27.000 lichtjaar van het centrum van het melkwegstelsel staat. In ongeveer 250 miljoen jaar maakt de zon één rondje om het centrum van de Melkweg. De zon is ongeveer 4.5 miljard jaar geleden, net als alle andere sterren, ontstaan uit een primitieve wolk van gas en stof. Deze wolk werd door een schok van buitenaf (mogelijk een ontploffende ster) tot samenpersen gedwongen. Dankzij de zwaartekracht stortte de wolk uiteindelijk ineen tot een grote bal plasma, waarin de druk hoog genoeg was voor kernfusie; een ster was geboren. Uit het overgebleven stof en puin ontstond uiteindelijk de acht planeten Mercurius, Venus, Aarde, Mars, Jupiter, Saturnus, Uranus en Neptunus.
Verwacht wordt dat de zon nog voldoende waterstofvoorraad heeft om zo’n 5 miljard jaar door te branden. Na deze 5 miljard jaar zal de Zon opzwellen en de drie binnen planeten Mercurius, Venus en (waarschijnlijk) Aarde opslokken. Vervolgens stoot de Zon zijn buitenste lagen af, om ten slotte langzaam af te koelen. Wat we zeker weten, is dat het leven op Aarde compleet uit zal sterven. Maar goed, 5 miljard jaar… Dat duurt nog wel even!